Voor het privégebruik van een auto van de zaak moet een bijtelling bij het inkomen worden gedaan. De standaardbijtelling bedraagt 25% van de catalogusprijs van de auto. Met ingang van 2017 wordt dat voor nieuwe auto’s 22%.
Let op! De standaardbijtelling van 22% geldt niet voor auto’s die nu onder de 25%-bijtelling vallen.
Voor bepaalde categorieën geldt een lagere bijtelling. Er hoeft geen bijtelling plaats te vinden als de werknemer kan bewijzen dat hij niet meer dan 500 km per jaar privé rijdt met de auto. Dat bewijs kan de werknemer leveren met een sluitende rittenadministratie. De werkgever moet de rittenadministratie controleren en bij zijn loonadministratie bewaren. De bijtelling kan ook achterwege blijven als de werknemer een verklaring aflegt bij de Belastingdienst dat hij de auto niet privé gebruikt en deze verklaring aan de werkgever overhandigt.
Let op! Ook bij een verklaring geen privégebruik moet de werknemer kunnen bewijzen dat hij niet meer dan 500 km privé met de auto rijdt!
Let op! Het intrekken van een verklaring geen privégebruik in de loop van het jaar kan fiscale gevolgen hebben. De bijtelling geldt namelijk voor het gehele jaar indien een auto ter beschikking staat en moet dus gecorrigeerd worden om te voorkomen dat te weinig loonbelasting is betaald.
Per 1 januari 2017 veranderen de grenzen voor de verlaagde bijtelling voor nieuwe auto’s als volgt.
CO2-uitstoot | Bijtelling 2016 | Bijtelling 2017 |
0 g/km | 4% | 4% |
>0 - 50 g/km | 15% | 22% |
>50- 106 g/km | 21% | 22% |
>106 g/km | 25% | 22% |
Tip! Wilt u de komende jaren verzekerd zijn van een lage bijtelling (15 of 21%), koop of lease dan nog dit jaar een nieuwe auto die aan de voorwaarden voldoet. Vanaf het moment van de eerste tenaamstelling geldt het verlaagde bijtellingspercentage gedurende maximaal 60 maanden.
Gebruikt u de auto van de zaak ook voor een andere dienstbetrekking? Dat gebruik geldt als privégebruik, tenzij de andere werkgever de auto mede ter beschikking stelt en de kosten daarvan voor zijn rekening neemt.