Het Belastingplan 2016 bestaat zoals te doen gebruikelijk uit meerdere wetsvoorstellen. Het eigenlijke wetsvoorstel Belastingplan 2016 bevat maatregelen die per 1 januari 2016 budgettair effect hebben en maatregelen die de uitvoering door de Belastingdienst moeten vereenvoudigen. Daarnaast is in het wetsvoorstel Belastingplan 2016 een herziening van box 3 opgenomen. De herziening van box 3 gaat overigens pas in in 2017.
De overige wetsvoorstellen zijn het wetsvoorstel Wet implementatie wijzigingen Moeder-dochterrichtlijn 2015, het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2016, het wetsvoorstel Wet tegemoetkomingen loondomein en het wetsvoorstel Wet vrijstelling uitkeringen Artikel 2-Fonds. Dit wetsvoorstel regelt de vrijstelling van bepaalde uitkeringen aan Joodse slachtoffers van vervolging ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. De implementatie van een Europese richtlijn, in dit geval de moeder-dochterrichtlijn, gebeurt altijd in de vorm van een afzonderlijk wetsvoorstel. Het wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen omvat maatregelen in het kader van noodzakelijk onderhoud van bestaande wetgeving en maatregelen van technische aard zonder budgettaire gevolgen. De Wet tegemoetkoming loondomein is een kaderwet voor tegemoetkomingen in het loondomein. Zo worden de huidige premiekortingen grotendeels vervangen door andere tegemoetkomingen. In deze wet worden het lage-inkomensvoordeel en de loonkostenvoordelen voor specifieke groepen opgenomen.
Het Belastingplan 2016 bevat de volgende maatregelen op het terrein van het inkomensbeleid:
- verlaging van het tarief in de tweede en derde schijf;
- verlengen van de derde schijf van de loon- en inkomstenbelasting;
- snellere en volledige afbouw van de algemene heffingskorting;
- verhoging van de arbeidskorting in combinatie met een eerder begin van de afbouw;
- verhoging van de inkomensafhankelijke combinatiekorting en
- verhoging van de ouderenkorting.