De levering van een bouwterrein is belast met omzetbelasting. Om cumulatie van belastingen te voorkomen geldt bij de levering van een bouwterrein een vrijstelling van overdrachtsbelasting. Het begrip bouwterrein volgens de Wet op de omzetbelasting is beperkter dan het begrip bouwterrein in de Europese btw-richtlijn. De Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft onlangs geoordeeld dat ook bij de verkrijging van een terrein, dat enkel op basis van de btw-richtlijn kwalificeert als bouwterrein, de samenloopvrijstelling van toepassing is. De staatssecretaris vindt dit oordeel van de rechtbank redelijk. Met toepassing van de hardheidsclausule keurt hij goed dat de samenloopvrijstelling in die situatie kan worden toegepast. Daartoe moet een verzoek worden gedaan aan de Belastingdienst. Aan de goedkeuring zijn drie voorwaarden verbonden.
- Leverancier en afnemer stellen zich op het standpunt dat over de levering van het bouwterrein omzetbelasting is verschuldigd, die op aangifte is voldaan.
- De goedkeuring vervalt en de niet geheven belasting is alsnog verschuldigd als een van de betrokken partijen op enig moment het standpunt inneemt dat ten onrechte omzetbelasting over de levering in rekening is gebracht.
- De goedkeuring vervalt voor zover bij een toekomstige verkrijging een beroep wordt gedaan op vermindering van overdrachtsbelasting bij een opvolgende levering.
De goedkeuring werkt terug tot en met 17 december 2015.